Camperreis naar Jura, Provence en Camarque
Dilemma
Wat doe je als je - op de heenreis - een vliegtuig gemist hebt;
Een afgesproken wake up call niet gegeven wordt (Singapore);
Lekker slapen een belangrijk onderdeel van een relax vakantie is en lekker slapen in de nacht voorafgaande aan een etappe niet meer bij is;
Het eten verschrikkelijk lekker is .... en goedkoop;
De zon vaak en intensief schijnt;
Een verkoelende regenbui altijd in aantocht is;
Envaak ookarriveert; en dat uitgebreid laat weten.
Wat doe je als...
Een vliegticket (enkele reis) naar Londen al voor 200 euro te boeken is;
Je geen verplichtingen hebt...?
Weatheronline ook het Nederlandse weer laat zien;
Tsja, dan is de keus al snel gemaakt. Laten we nog even blijven. Zullen we het vliegtuig maar missen?
Desondanks zitten we nu op vliegveld LCCT in Kuala Lumpur. Vier uur voor de vertrektijd, je weet maar nooit...
De zelf incheck levert een vrije doortocht naar de douane op. De anderen staan in de rij voor de boardingpass. Even nadenken of we nu al die lekkere meegebrachte drankjes moeten nuttigen... diezelfde douane pikt het vruchtensap er genadeloos uit - een belangrijke grondstof voor explosieven, bedachten de Amerikanen. En er is weer paniek want er kwam ergens een bom het vliegtuig in.
En hoe zat het ook al weer met die jetlag? Die is toch het ergst als je van oost naar west vliegt? Als we in Londen overnachten, toch maar een dubbele wake up call aanvragen?
't Is weer even wennen aan de 'de oude zakelijkheid' na vier weken in 'slow pace' te hebben geleefd.
De NS rijdt op tijd, één overstap maar, in Amersfoort, controleert de kaartjes nergens want op zondagmorgen zit er alleen maar gezagsgetrouw volk in de bijna verlaten coupés.
Een verlaten en vlak landschap. Grijs. De overstap in Almelo is zo vanzelfsprekend dat-ie niet meetelt. Van snel- naar stoptrein. Weer slow pace.
En niet afgesproken maar zeer welkom: een rode, ruime ... en gratis taxi die ons opwacht.
Bintang Walk
Kuala Lumpur heeft ook eenmonorailna die van ponypark Slagharenwillen we natuurlijk een echte uitproberen.
Van de Pasar Seni, om de hoek, laten we ons naar de Twin Towers vervoeren. En het is eigenlijk niets bijzondes. Het meeste onderweh hadden we al te voet - en veel beter - gezien. Maar het is wel praktisch om van daaruit (Twin Towers) naarde 'beroemde' Bintang te wandelen.
Een grote overvalwagen, patrouillerende agenten, het beeld doet me aan een documentaire over Pattaya denken. Of de Koh San Road in Bangkok of de Ramblas.We sluipen een zijstraatje in en voelen ons weer thuis: koffie, met veel uitleg wat black coffee nou eigenlijk is.
Tien uur in de morgen, het echte Bintang gevoel wil niet komen. Een gigantische shoppingmall, terug de straat op ... we moesten vanavond nog maar eens gaan.
Een stukje verder wandelen, nauwelijks taxichauffeurs die ons aanspreken en de volgende pauze om aldus de stad in etappes te verkennen.
De volgende attractie is wel weer groots: het keuzemenu voor de lunch, met lime juice valt weer in goede aarde. Thuis straks weer aardappelen, dat kan toch niet?!
Dan slagen we erin zonder een aankoop te doen het hotel te bereiken voor het volgende programmapunt (we plannen alles strak!): de siesta. Deze zou wel eens kunnenuitlopen.
In ieder geval straks een wake up call met de receptieafspreken...
Billen knijpen
Of: op souvenirjacht.
Petalingstreet is zodanig volgerbouwd met kramen dat je voor elke verkoper even moet stoppen, wil je hem (of soms haar) niet omver lopen. Steeds weer aangesproken worden, meestal met boss of young man, het went. Dat zal afkicken worden in Nederland.
Enkele dagen nog en er moet wat tastbaars mee, natuurlijk. T-shirts, tassen, allerlei ornamenten en vooral prullaria te over.
Maar die billendouche zullen we vinden. Dat was een verzoek/opdracht van het thuisfront.
Of beter, E. heeft het bovenaan haar lijstje gezet en dat is verder afgewerkt.
De batik lap, het zilveren ornament, de zwarte parels, ze zitten in het geheime vak van haar tas. Maar die hand(mat)ige billendouche wil maar niet in ons vizier komen.
Tot we ineens in een wijk komen waar veel metaalwarenzaken (ijzerboeren?) zitten. We gaan het uitleggen en omdat ons Chinees, Urdu en Maleis nog op basaal niveau zijn, wordt het volgens de TPR methode: total physical response. Laat zien wat je bedoelt.
E. is heel bedreven daarin en na enig fronsen komt het via een glimlach tot hilarisch lachen bij de slaesmanager. Soms blijven er omstanders - die in een stad als Kuala Lumpur wel wat gewend zijn - staan en een enkele keer klinkt er spontaan applaus als E. haar dansje doet met de bewegingen die de douchekop zou moeten maken om haar reinigend vermogen toe te passen. En de geluiden erbij - psjsjsjsjssjtt - maken het een echt stukje volkstoneel.
Gekromde tenen en dichtgeknepen billen maken bij mij plaats voor bewondering.
Eén winkelier denkt het te snappen en geeft ons het adres waar we zouden moeten slagen. We komen bij een soort kliniek waar de receptionist zegt dat het morgen al kan: bleken van je aars moet zelfs hier op afspraak. We zeggen dat we nog even moeten nadenken over de prijs en of het onderhandelbaar is?
Fixed price madam! klinkt het streng.
In het nabijgelegen parkje hebben we vreselijk moeten lachen. Enkele kinderen die altijd zo vrolijk Hello zeggen, schrikken zo dat ze er vandoor gaan.
Als we opstaan van het bankje zien we dat we een vuile kont hebben van enkele restanten van een ons onbekende vrucht. Zou toch wel handig geweest zijn, zo'n apparaatje. Gewoon even aansluiten op een sproeikop van een van de ruim aanwezige sproeiers in dit zeer groene Merdeka park.
We gaan een hapje eten, steeds een goede manier om te relaxen, zeker als je afrekent en weer eens onder de 2 euro blijft voor een copieus maal. Al geeft het deze keer wat discussie, de mevrouw met de rekenmachine zet geen punten en daarom lijkt het wel 20 euro. En dat is in de - deze keer - door Indiërs gerunde tent toch wel wat veel.
Beschaamd nemen we plaats en gaan eten. De afrekendame komt nog drie keer langs om sorry te zeggen en ze lacht hartelijk.
Omdat twee volle dagen misschien te weinig is passen we ook hier de Melakka truc toe. We gaan de communicatietoren op om de hele stad te zien.
De lift brengt ons naar 276 meter hoogte, uitleg via zo'n audio-apparaat maar om 10.45 uur is het aantal schoolkinderen enhun meegebrachtegeluidsvolume zo groot dat we van de Nederlandse tekst niets verstaan. Maar een aanwezige duizendpoot legt alles perfect uit: het eerste hoge gebouw, het koninklijk paleis, het Puduraya-bus-station dat in zijn derde jaar van verbouwing is, het Sentral station van waaruit de directe bus naar het vliegveld gaat (67 km sir, 11 RM = ca. € 2,50), en de Twin Towers.
Maar die kennen we al. Tot voor kort de hoogste ter wereld tot Dubai gek ging doen. Beter bekend als Petronas Towers. Mag je ook op, maar minder hoog. En wat je dan bv. niet ziet zijn .... uuuuh .... de Petronas Towers.
Terug naar het hotel, een douche met een normale kop en daarna even siesta-achtig de warme uren door.
Of onder de airco de wifi inschakelen en het thuisfront op de hoogte brengen.
Ach, het meeste was al bekend door hen die ons voor gingen.
En waar de aanbidding van het lekkere eten van af spatte.
Klopt helemaal, we kunnen wel weer naar huis.
Overmorgen.
PS. Het uitzicht van de toren was groots maar in de verte was het erg bewolkt. Of is het smog.
Een week geleden werden in Melakka de scholen enkele dagen gesloten vanwege de smog die komt uit Sumatra. Bosbranden (bewust aangestoken om land te ontginnen) zijn de oorzaak. Het conflict tussen Maleisië en Indonesië draait deels daarom.
Bij toeval hoorden we ook over een - relatief - kleine tsunami in Sumatra. En er schijnt een vulkaan te willen uitbarsten.
Kortom: we zitten wel in de stad maar ook midden in de natuur.
PS2. Er zijn wel wat foto's gemaakt van de billendouche-demonstratie maar niet door mij, aangezien de Aldi-onderwatercamera de geest heeft gegeven (onder het Gili-water). Vandaar helaas geen foto's van dit highlight. Ook verzoeken om foto's van een vaste lezeres kunnen we niet honoreren. Boedda-beelden hak ik tzt zelf vanwege vervoersvolume en -gewicht.
Van Bali naar Singapore, Melaka en Kuala Lumpur
20-24 oktober: Candi dasa
De bungalow van Kalepan Mas staat, gescheiden door een uitbundige tuin, aan het strand. De tussenmuurtjes met de buren zijn in stijl: gezaagd koraal van het rif. Ecologisch verantwoord want nauwelijks vervoer, vermoed ik
Het afval wordt ook eco verzameld, zo staat bij de receptie vermeld.
Dat is ook niet zo moeilijk want er worden alleen maar bladeren geveegd.
Geweldig weer, afwisselend want de verkoelende regenbui laat ons (gelukkig wat mij betreft) niet in de steek.
De bekende Bali-bezigheden maar het dorp is ook een mooie basis voor tochtjes in de omgeving.
Ze worden als arrangement aangeboden bij elke neringdoende en dat is zo'n 80 %.
We blijven echter in ons resort al verlaat A. de schuilplaats bij het krieken van de dag op de fiets of te voet om naar rijstvelden, waterplaleizen, apenkolonies en prehistorische dorpen te gaan.
Tirta Gangga, Terengan, Sidemen, zo maar ongestoord al dat moois bekijken, nog voor het warm wordt: een openbaring.
Al twee dagen geen zonnebrillen voor de neus gehad, net een mooie droom. Elke keer wel een grote politiecontrole, met veel machtsvertoon en je ziet heel wat rupiahs soepel overgaan van civiel naar ambtelijk. Ik word echter steeds vriendelijk doorgelaten.
E. probeert het extra aangekochte kilo's aan toegestane bagage op te vullen met schelpen maar er zijn veel lichtgewichtjes nodig; fronsende wenkbrauwen bij de douane, of erger?
De zee bruist, slaat tegen en over de aangelegde golfbrekers. Het uitzicht is mooi, een paar eilanden in de verte en uìtstekende rotsen op zwemafstand; maar het water is te wild.
Het stadje sukkelt echter.
Een 'blue lagoon' die er onverzorgd bij ligt, trottoirs die als parcours van een fietscrossbaan zouden voldoen, met een paar valkuilen als bonus, slechte fietsen, veel teveel aanbod van diensten (transport!). Maar geen ATM om te pinnen, 'daarvoor moet u naar Amplapura'.
(kunnen wij voor u regelen, een taxi 150.000 en een scooter 75.000 rupiah).
Ik besluit enkele Engelse ponden uit hun lijden te verlossen (die schijnen erg gedevalueerd te zijn) om zo het hotel te kunnen betalen, een fluitje van een cent (€ 20 per nacht voor deze bamboe-koraalrifvilla).
De taxi komt om half negen om ons naar het vliegveld van Denpasar te brengen waar we deze keer op tijd willen zijn... Ik boek ook maar een reserve voor negen uur, alleen oproepbaar 'omdat de vlucht nog niet zeker is, Wayan!'
In Sanur kwam enkele weken geleden Ketut ook kort voor tijd zeggen dat de dagtoer toen niet voor de eerder afgesproken prijs kon.
Afscheid genomen van Ommenaren, en een dochter die een kindertehuis (www.anakbangsakfoundation.org) runt op Lombok.
En weer kiezen vanavond: nasi goreng, mihoun .... , voor de zoveelste keer en nog steeds erg lekker.
24 oktober
Storm, onweer en de taxichauffeur heeft als bijnaam Ninja. Daarom (?) rijden we in rap tempo over een weg waaraan al acht jaar gewerkt wordt naar de luchthaven.
Die bijnaam, dat zit zo.
Alle eerstelingen in Indo krijgen als naam Wayan, nummer 4 in een gezin heet bv. Ketut. Een bijnaam is dus een must.
De laatste rupiah's worden besteed aan kunst, namelijk een buddah beeld van ebbenhout. De voorlaatste flappen gaan op aan vertrekbelasting, dat betekent dat je iets betaalt voor het recht om te mogen vertrekken.
Klinkt redelijk.
Eén grote vraag houdt me bezig: worden we in Singapore ook voortdurend als prooi gezien van het verkopersgilde of kun je zomaar over straat?
Ik gok op het laatste.
Hoewel?
Zomaar over straat, waar een bevolkingsdichtheid van 5000 per km2 is.
We shall see.
24 oktober 2010
Zomaar over straat, waar een bevolkingsdichtheid van > 5000 per km2 is?
Dat gaat heel goed op een zondagavond in Little India waar men zich op een feest voorbereidt. Het krioelt van de mensen en in zijstraten wort gewoon op straat gegeten. Gewoon, zoals in Bangkok?
Letterlijk in kleermakerszit op straat, het vetvrije papier met daarop kruidige lekkernijen op het asfalt. Groepjes Indiërs maar ook veel gastarbeiders uit Bangladesh.
Singapore is een indrukwekkende stad. Van die wolkenkrabbers als skyline, dat wisten we.
Maar nog vrij recent is het nieuwe landmark, een reusachtig platbodemschip, neergelgd op drie torenflats. Daarop enkele restaurants en een enorme skywalk.
Eén van de bypasses (zo noemt men een rondweg in het kloppend hart van Singapore) gaat deels onder dit gevaarte door.
En de integratie van de voormalige koloniale bouwwerken zoals de City Hall en het Fullerton Hotel is ....uuuuh ... erg harmonieus.
's Avonds gaan we - met de bus - noig het Harbour Front bekijken maar dat blijkt vooral een enorme shopping mall. Een vriendelijke dame brengt ons via een labyrinth naar een mooie promendade vanwaar we op de haven en het eiland Sentosa, de nieuwe loot aan de stam van het entertainment in ZO Azië, kunnen kijken. Te laat om er met de kabelbaan heen te gaan en niet echt onze interesses: een casino en een Disneypark domineren.
25 oktober
De wake up call van het wereldberoemde Haising Hotel werkt niet maar deze keer zijn we wel op tijd, voor de bus naar Melakka.
Werelderfgoed, maar of ze dat zo houden? Er wordt lukraak - lijkt het - nieuwbouw neergeplempt en soms historisch spul neergehaald, klaagt de aardige uitbater van het Kancil Guesthouse.
Omdat een halve dag tekort is en we willen zeggen dat we de hele stad gezien hebben (...) nemen we plaats in een panoramaschotel die ons naar zo'n 100 meter hoogte brengt.
Acht deelnemers en zo'n 20 personeelsleden. De een heet je welkom, de tweede zegt dat je naar binnen kunt, de derde dat je mag gaan zitten, de vierde dat we over 10 minuten opstijgen, de vijfde dat de schotel langzaam naar rechts draait (niet schrikken), de zesde ..... Enzovoort. Stof voor een prijsvraag.
Voor we het guesthouse bereikten maakten we nog een stadstoer van ruim een uur in een gammele bus van waarschijnlijk het pre-Nederlandse tijdperk (17e eeuw). Kosten 1 ringit (= € 0,23)
Dit speciale arrangement danken we aan de chauffeur die zo blij met ons is dat hij vergeet ons te waarschuwen als we uit moeten stappen.
Bij de tweede rit zet hij ons exact voor de deur van het onderkomen af. Dat is ook wel nodig want deze geste plus sterke koffie van Guesthouse eigenaar Dow helpt ons er weer bovenop.
27 oktober
Het gaat nu snel: Alweer de volgende etappe, de hoofdstad van Maleisië. Gelijk 's middags de pasar seni (centrale markt) bezocht, waar het drie verkopers lukt iets aan ons te slijten. De belendende Chinees, aanbevolen door M & E heeft minder moeite; met graagte slaan we toe als we de specialiteit, noedelsoep, op de lijst ontwaren (altijd goed een beetje Chinees te kunnen lezen).
Het vinden van de lokaliteit is een fluitje van een cent: rode tafels en gele kleedjes was het meekregen signalement; ende kleedjes, ze liggen er nog.
We zullen deze eet-/kleurencombinatie zeker nog vaker uitproberen.
Fast boat
We gaan terug naar Bali.
Met een boot.
Een heel snelle.
Er hangen 4 motoren aan. Buitenboord.
Er zijn twee stuurlui.
Drie mensen die iets uitdelen.
Een flesje water.
Even later...
Een doosje.
Wat zou erin zitten?
Een snack.
En daarna een koel doekje.
Om handen, gezicht enzo af te vegen.
We zitten toch niet in een vliegtuig?
Wel deftig zo.
O ja... er waren vier kereltjes,
die alle bagage in de boot brachten.
Dertig passagiers en ongeveer15 man personeel.
We zoeven langs de kust van Bali.
Daar ligt Kusadasi waar we heen gaan.
Maar het ziet er klein en rustig uit,
het heet dan ook Candi dasa.
Maar we varen door.
En komen aan in Padangbai.
We maken nu een lange neus...
...naar al die mensen die roepen:
Transport meneer?
(Waarom nooit: transport mevrouw?)
Want we hebben een speciaal tiket.
((Tiket schrijf je in Indonesië zo)
De bus is er bij inbegrdie zet ons af in Candi dasa.
Het is ongeveer één uur.
En erg warm.
We duiken een bar in.
Tijd voor koffie.
Dan gaat A. op zoek naar een bed.
Die zijn er genoeg.
We boeken in Homestay Kelapa Mas.
Prachtige bungalow, mooie tuin, veel palmbomen
En gelijk aan het water.
Dat laat E. niet op zich zitten.
De eerste duik en daarna op zoek naar....
...tsja, waar zou E. naar zoeken?
's Avonds zijn er weer enkele flessen gevuld
Met schelpen en ooo weeeee...
zit daar geen koraal tussen?
Dat wordt peentjes zweten bij de douane.
Maar wat is dat?
Die man verkoopt parels. Ze glinsteren
...en E.'s ogen glinsteren ook.
Die moet ik hebben, staat in die ogen geschreven.
Er wordt een aardige mevrouw gevonden,
die de onderhandelingen zal voeren.
Ik ga vast op zoek naar een pinautomaat
Want het is duidelijk
hoe die onderhandelingen zullen aflopen.
Maar ik ben moe.
Want fietsen op een fiets die:
-eigenlijk te klein is;
-moeilijk schakelt;
is ook niet alles.
Dan nog een lekke band..
De reparateur onderweg legt er een nieuwe in,
ongelofelijk: 20.000 rupiahs (€ 1,60)
Vergelijk dat met een 3/4 literfles bier: 24.000 rupiahs...
Je zou bijna stoppen met bier drinken!
Mooi trouwens, dat binnenland.
De rijstvelden bij Tirta Gangga!
En als je er om 07.00 uur bent,
zie je geen enkele verkoper.
Wat je wel veel ziet:
allemaal vegers, bezem en blik.
En maar vegen, vooral bladeren.
Elke dag opnieuw.
De rotzooi, zoals plastic in de buurt,
dat blijft allemaal gewoon liggen.
Nu ga ik de laatste slok koffie nemen,
van het ontbijtje in ons 'hotel'
Ik krijg het nog wel,
al had E. stiekem 2 ontbijtjes genomen,
toen ik Tirta Gangga aan het bewonderen was.
Maar ze valt door de mand.
Het blijkt een keizemenu.
Óf scramble eggs en één toastje...
óf een kuipje boter en jam en één toast.
Je ziet ook geen dikke mensen hier.
Wel blanken, die zijn bijna leemaal dik.
Vooral der Uwe die langs komt...
En nog wat duf kijkt.
Want es war Oktoberfest auf Bali.
Een Balinese was omgetoverd tot Dirndel
En de rest weet ik niet.
Want toen viel het licht uit.
Zaterdag gaan we vliegen.
Van Denpasar naar Singapore.
Niet verslapen, niet verslapen!!!!
Lombok
18 oktober - Gili Meno
Drie eilandjes voor de nw kust, elk met eigen profiel. Ttrawangan voor het partybeest, Air voor de sufer en duiker. En dan is er Meno. Met onze zelfkennsi kiezen we daar voor ('slow pace, some snorkeling and walking')
Na de herrie van Senggigin op Lombok voelt Meno als een pauze.
Geen vendelzwaaiers met batikstoffen die het fraaie uitzicht belemmeren, een bountystrand, vanuit de aanliggende bungalow te bereiken zonder 'transport', wel wat ondiep maar we gaan morgen onze snor drukken in dit prachtig heldere water.
En voor het eerst - behalve een heerlijke - ook een zeer volumineuze maaltijd - onder het rieten afdak aan het strand, je wordt er zelfs wat soezerig van.
Aandeel van maaltijd, golven en bintang in het bereiken van deze gemoedstoestand is niet helemaal duidelijk.
Heerlijk wandelen, volgens de reisgids. Dat doen we langs het 800 meter lange kust en we slagen er steeds in niet overreden te worden door een horse-cart die onze bedoeling, het beoefenen van sport, steeds verwart met behoefte aan transport.
Tsja, afdingen tot 40.000 rupiah (€ 3,50) voor een ritje van 500 meter, deze backpacker heeft prachtige wieltjes onder z'n bundel bezittingen en koopt van dit bedrag liever een complete maaltijd, drank en fooi inclusief.
Behalve bloedmooi is het er ook bloedheet, zelfs het water zal wel minimaal 30 graden zijn. De helft van dit toeristische duo vindt dit fantastisch, de andere helft vindt het een volwaardige survivaltour.