USArie.reismee.nl

Weg van de kust

(foto's in het laatste fotoblok)

Van oost naar west, dan zuid naar noord en dan west naar oost: matematisch doorkruisen we Portugal, maar dat is toeval. Van Evora rijden we naar Spanje en we moeten wegens verzadiging van het kijken naar gestapelde stenen in allerlei vormen en liefst lang gelden met primitieve middelen dwz handwerk uitgevoerd, Estremoz en Evoramonte links laten liggen. Stadjes die zich van verre aankondigen door boven op een heuveltop de omgeving te domineren, de tolpoortjes staan nu gelijkvloers. Die mijden we zoveel mogelijk.

Wij nemen de routes national die voortreffelijk zijn. Beetje glooiend, nauwelijks verkeer, het lijkt wel altijd siësta.

Hier en daar een parc natural waar de weg vrolijk doorheen gaat gelardeerd door paarse en gele bloementapijten. Het gebied onderwscheidt zich vnl door zo'n fraai toegangsbord van de omgeving.

Het mooiste slaapstadje is Veiro, gelukkig had ik voor mijn verkenning het crankstel van de fiets dat mij krakend hielp me te verplaatsen, gesmeerd met olijfolie - 's lands wijs, 's lands eer.Maar ook hier slaat de EU toe want het is een ciudad de promocíon; er wordt al wat gebeiteld aan een buitengevel maar dat mag nog geen naam hebben, er wordt vredig verder geslapen.

Spanje-niet-in hadden we ons voorgenomen maar toch raakten we op onze surprisetoer in noordoostelijke richting over de grens en - big McSurprise - we reden Alburquerque binnen. Wel of geen -r-, de associatie met New Mexico dringt zich op. Shirtjes bieden dan uitkomst. Het Albuquerque van Bill Gates is zonder -r-.

Tweede associatie en dit kan geen toeval meer zijn: ik pak nog een van m'n (zoekgeraakte) verjaardagscadeaus uit en dat blijkt een shirt van ... Route 66, New Mexico te zijn. En daarmee een vileine verwijzing naar de leeftijd.

Het Spaanse stadje van 6000 inwoners lijdt onder Amerikaanse toestanden en dat komt door een projectontwikkelaar; het kasteel moet een vijfsterren hotel worden.

Een discussiedrukte van belang op het centrale Plaza Hispana Spanjaardsplein, vert.), maar aan de hijskranen te zien wint de projectontwikkelaar.

Cáceres willen we aandoen omdat het een zekere faam heeft. Extramadura heet de regio en dat staat voor arm en ontvolkt, we wanen ons in Wyoming waar je na een kwartier roept: een auto, ze zijn er ook hier. Ontvolkt is toch wel ironisch in het licht van de ontelbare bevolkte ooievaarsnesten die we er aantreffen.

De weg ernaar toe is fraai, pas gerenoveerd en kent alleen enkele scherpe bochten en halfweg een serie hoteles voor erotic ... (vergeten wat). Superkleine gebouwtjes.

Er staan een paar vrachtwagens die vooral snelle auto's vervoeren, een volgende draait het terrein op. Snelle auto's ... kleine pikkies? Het klopt, superkleine hostels.

In Cáceres is echt vuurwerk, we komen er niet achter waarom, waarschijnlijk is Franco 30 jaar dood of heilig verklaard. In het donker ontwaren we heel wat ooievaarsnesten op een oude kerk.

De volgende morgen, in het volle licht, imponeert het kleine historische centrum. Compact, autentiek en vanaf het Plaza Mayor vanaf een uur of half elf bestookt door busladingen toeristen. Spanje lijkt een groot openlucht museum als je even verder kijkt dan wat projectontwikkelaars en cementmolens aangericht hebben langs de kust.

Ondanks de dreiging van verzadiging focussen we nu op Salamanca met zijn beroemde universiteit en nog fameuzere Plaza Mayor.

Relaxte sfeer in deze studentenstad waar nauwelijks iemand Spaans spreekt.

In ieder geval wel Pablo die 20 jaar voor Wilton Feyenoord heeft gewerkt en nog aardig Nederlands spreekt. Hij legteen paar landgenoten uitt dat die dikke naaf in het achterwiel voor de rem en versnelling is. Zijn zoon werkt voor de plaatselijke junta. Een meisje uit Uruquay maakt dé staatsiefoto en kent ook Ajax-voetballer Luis Suarez.

Dan is daar de kleine Nicolaas, ongeveer 1,5 die helemaal gek wordt als hij E's fiets ziet. Hij mag even achterop en is de koning te rijk.

Salamanca maakt het helemaal als later blijkt dat er een fietspad langs de rivier loopt dat aan minimale eisen voldoet.

Breed genoeg, niet abrupt ophouden, geen parkeerplaats voor auto's en het pad wordt gebruikt!

Meer dan de Portugese variant, een bestedingsproject van de EU.

Weinig Spaans, Engels en vooral Nederlands zijn de voertaal. De camping puilt er van uit. En van die Nederlanders is Borne wel erg sterk vertegenwoordigd. En dan reken ik alleen maar onze buren mee (hij is voorzitter van het wijkgebouw waar wij zouden moeten stemmen op 9 juni, en heeft de organisatie van de rode potloden goed geregeld tijdens z'n afwezigheid, al maakt ons dat weinig uit omdat wij bij verstek in de Hof van Twente laten stemmen).

The world is a village.

El mundo esta un pueblo.

Gracias.

Het wordt weer tijd voor een strand en onderweg lopen we tegen een strandje in een stuwmeer aan, bij Aguilar de Campo, met Santander nog 100 km te gaan besluiten we de hernieuwde duik in de Atlantische Oceaan nog een dag uit te stellen. Weer opvallend dat in veel buitenlanden met de auto nagenoeg in het water kunt staan. En ook hier bulkt het van de ooievaars die in de ondiepe uitlopers van het embalse kunnen fourageren.

De volgende dag wacht de oceaan ons op met gefronste wenkbrauwen: veel wolken en soms wat miezerregen. Maar het strand onder de kustweg bij Castro Urdiales (tweede keer in een plaats die Castro heet) ligt er zo aanlokkelijk bij dat E. 11.00 uur plotseling niet te laat vindt voor haar traditionele morgenbad. Dat wordt een lange wandeling naar enige diepte.

We reizen daarna toch maar door naar Bayonne/Biarritz dat enige faam heeft als een chique badplaats en ja... dat lijkt te kloppen, we voelen ons gelijk op onze plaats.

Gigantische golven maken zwemmen echter onmogelijk, het weer blijft even kwakkelen en de strandwandeling van zo'n 7 km over een echt strand en een gelikte terugweg is mooi. Toppunt van overorganisatie: een soort overdekte gallerij van palen met een net om te voorkomen dat de wandelende badgast een golfballetje op z'n of haar hoofd krijgt.

Het weerbericht en de info van de kruidenier leiden tot dit vervolg:

-maandagmiddag noordoostelijk, dus landinwaarts naar Dax.

-dinsdag 1 juni naar Palentis...en dan zijn we bijna bij...

-woensdag naar Pyla-sur-Mer, bij Arcachon, bij Bordeaux: een oude bekende. Want wie herinnert zich niet de salto die we in de zeventiger jaren maakten vanaf een bunker, zonder veel vooroefeningen op een trampoline?

De camping heeft volgens de gids wifi. Als je dit leest, blijkt dat te kloppen.

Alles klopt echter. Superfraaie panoramaplek aan strand in zonnetje en natje en droogje onder handbereik, we vergeten zelfs het dak van de camper te verheffen.

Tot ik om 17.00 uur de wifi-zone betreedt: lauwloene, wel verbinding met het camingnet maar google laat het afweten.

Ruzie met Sarkozy? Na de problemen met China moet het niet gekker worden.

De volgende dag gaat alles perfect: Te warm voor het strand is de wifi-zone op de camping een voortreffelijke voorziening voor een steeds groeiende doelgroep onder de kampeerders.

Maar het wordt weer tijd voor de parapenters die op ons balkon ongeveer lande; de fraaiste plek aan de Atlantische Oceaan is deze keer voor ons., aan de zuidrand van het prachtige Dune du Pilat.

We waren evenwèg van de kust.

We zijn er terug.

En wat blijkt? We zijn echt wèg van de kust.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!